Een veelvoorkomend gynaecologisch probleem is een verzakking of prolaps. Een verzakking kan ontstaan als de banden en spieren in en rond het bekken niet sterk genoeg zijn of als de bekkenbodemspieren niet als ondersteuning worden ingezet bij krachtsinspanning. Hierdoor kunnen de bekkenorganen (blaas, baarmoeder, darmen) in meer of mindere mate naar beneden zakken of naar buiten komen. Er kan één orgaan verzakt zijn, maar het komt ook voor dat meerdere organen tegelijk verzakt zijn.
Mogelijke oorzaken van een verzakking kunnen zijn: zwangerschap, bevalling, overgewicht, zwaar lichamelijk werk, veel hoesten, overgang, veelvuldig persen, erfelijke aanleg, na een gynaecologische operatie (bv. een blaasverzakking na baarmoederverwijdering). Het gaat mis als de druk van boven (buikdruk) te groot wordt of de steun van onderen (door de bekkenbodemspieren) onvoldoende is.
De bekkenfysiotherapeut helpt u bij het leren opvangen van de buikdruk en het trainen (aan- én ontspannen) van de bekkenbodemspieren. Vaak is bekkenfysiotherapie, mogelijk in combinatie met een ring, een effectieve therapie bij verzakkingsklachten.
Wereldwijd heeft de helft van de vrouwen na één of meerdere bevallingen een verzakking. Van deze vrouwen heeft 20% daar daadwerkelijk klachten van. In Nederland krijgt 1 op de 5 vrouwen een operatie voor een verzakking. De mate van verzakking zegt niet alles over de aard van de klachten. Soms geeft een relatief kleine verzakking al duidelijke klachten.
Ook voor en na de operatie kan bekkenfysiotherapie zinvol zijn om het operatieresultaat te verbeteren en te consolideren. De huisarts, de bekkenfysiotherapeut en de gynaecoloog werken nauw samen, en helpen u de beste behandelkeuze te maken.
Pijn in het vaginale gebied of huidproblemen in de vulva, zoals Lichen sclerosus, zijn andere veelvoorkomende gynaecologische problemen. Wanneer deze klachten langere tijd aanwezig zijn, kan dit het functioneren van de bekkenbodem beïnvloeden. Ook pijnklachten tijdens het vrijen of vage buikklachten kunnen hiermee in verband staan. Het niet goed functioneren van de bekkenbodem kan door de bekkenfysiotherapeut behandeld worden, vaak in samenwerking met de gynaecoloog en/of dermatoloog.